Langer doorwerken voor lager pensioen


AOW
AOW-leeftijd versneld omhoog naar 67 jaar

De AOW-leeftijd zal op grond van de Wet verhoging AOW- en pensioenleeftijd (hierna Wet VAP) stapsgewijs per 1 januari 2013 worden verhoogd. Op 1 januari 2013 is de leeftijd al met één maand verhoogd. In 2023 zal volgens het schema de AOW-leeftijd 67 jaar bedragen (zie tabel tweede kolom). In het Regeerakkoord is een snellere verhoging van de AOW-leeftijd afgesproken (zie tabel derde kolom). Vanaf 2024 zal de AOW-leeftijd aan de levensverwachting worden gekoppeld. In onderstaande tabel kunt u zien wanneer u recht heeft op AOW. Medio 2014 wordt een wetsvoorstel ingediend voor de versnelde verhoging. Dit wetsvoorstel zou op 1 januari 2016 moeten ingaan.

Kalenderjaar AOW-leeftijd
Huidige wetgeving
AOW-leeftijd
Eventueel nieuwe wetgeving
2012 of eerder 65 jaar 65 jaar
2013 65 jaar en 1 maand 65 jaar en 1 maand
2014 65 jaar en 2 maanden 65 jaar en 2 maanden
2015 65 jaar en 3 maanden 65 jaar en 3 maanden
2016 65 jaar en 5 maanden 65 jaar en 6 maanden
2017 65 jaar en 7 maanden 65 jaar en 9 maanden
2018 65 jaar en 9 maanden 66 jaar
2019 66 jaar 66 jaar en 4 maanden
2020 66 jaar en 3 maanden 66 jaar en 8 maanden
2021 66 jaar en 6 maanden 67 jaar
2022 66 jaar en 9 maanden
2023 67 jaar

Lagere pensioenopbouw door stijging pensioenleeftijd

Niet alleen de AOW-leeftijd gaat omhoog naar 67 jaar. Ook de richtleeftijd binnen uw ouderdomspensioen zal stijgen naar 67 jaar. Hieraan gekoppeld wordt de maatregel dat vanaf 1 januari 2014 u minder pensioen mag opbouwen. Voordeel van deze maatregel is dat u minder pensioenpremie gaat betalen en hierdoor netto meer overhoudt op uw loonstrook. Een hele geruststelling is het om te weten dat uw in het verleden opgebouwde pensioenrechten niet in gevaar komen.

In beginsel zullen de opbouwpercentages voor middelloon- en eindloonregelingen met 0,1% worden verlaagd naar maximaal 1,9% voor eindloonregelingen en 2,15% voor middelloonregelingen. Ook de beschikbare premieregelingen zullen versoberd worden. Waarschijnlijk blijft het daar niet bij.

Verdere versobering in 2015

In het wetsvoorstel is voorzien in een verdere verlaging van de opbouwpercentages per 1 januari 2015. Het opbouwpercentage voor de middelloonregeling gaat volgens het voorstel dan 1,75% bedragen en voor de eindloonregeling zal het opbouwpercentage 1,55% gaan bedragen. Dit is nog een wetsvoorstel dat in de Eerste Kamer zal worden behandeld.

Geen pensioenopbouw meer voor hogere inkomens

Verder is in hetzelfde Wetsvoorstel opgenomen dat wanneer u meer dan € 100.000 salaris hebt u geen pensioen meer mag opbouwen. Dit betekent dus dat u zelf vermogen zal moeten gaan opbouwen. Alleen sparen zal niet voldoende zijn om uw toekomstige koopkracht te behouden.

Rekenvoorbeeld

Opbouw vanaf 2013
Stel u start in 2013 op uw 25-ste met werken en deelnemen in een pensioenregeling op basis van middelloon en een maximaal opbouwpercentage. Uw salaris bedraagt € 45.000 bruto per jaar en volgens de pensioenregeling mag u over € 30.000 pensioen opbouwen. De pensioenrichtleeftijd is 65 jaar. U bouwt dan aan ouderdomspensioen op: 40 jaar x 2,25% x € 30.000 = € 27.000 bruto per jaar.

Opbouw vanaf 2014

Stel nu dat u niet was gestart in 2013 (of daarvoor), maar in 2014. U bouwt dan op basis van de nieuwe regels en pensioenleeftijd 67 jaar op: 42 x 2,15% x € 30.000 = € 27.090 bruto per jaar. Ten opzichte van de eerste situatie bouwt u ongeveer evenveel ouderdomspensioen op, alleen moet u hier wel twee jaar langer voor werken. In feite gaat u er dus op achteruit.

Opbouw vanaf 2013

Wat nu als u start met pensioen opbouwen in 2015 en het eerdergenoemde wetsvoorstel wordt uitgevoerd? U bouwt dan op: 42 x 1,75% x € 30.000 = € 22.050 bruto per jaar. Ten opzichte van de eerste situatie bouwt u € 5.000 minder ouderdomspensioen op plus u moet hier wel twee jaar langer voor werken.

Ook minder aftrek lijfrentepremie

Zowel de AOW als de pensioenleeftijd wordt stapsgewijs verhoogd naar 67 jaar en waarschijnlijk blijft het daar niet bij aangezien de levensverwachting van mensen blijft stijgen. Op dit moment is er een fiscale regeling in de vorm van een lijfrente (jaarruimte) om een pensioentekort aan te vullen. Het zal u niet verbazen dat deze lijfrenteregels ook worden aangepakt. Zo kunt u minder kapitaal opbouwen omdat de zogeheten jaarruimteberekening wordt versoberd. In een voorbeeld laten we het verschil zien tussen de huidige regeling en de regeling vanaf 2014.

Rekenvoorbeeld

Stel uw inkomen bedraagt € 70.000 bruto per jaar. Via uw werkgever bouwt u 2% op over een pensioengevend salaris van € 55.000. Op basis van de huidige regeling mag u € 1.640 aan fiscaal aftrekbare lijfrentepremie per jaar storten en hiermee een aanvullend pensioeninkomen opbouwen. Vanaf 2014 zal dit bedrag afnemen tot € 1.096. Al met al een vermindering van € 544 per jaar. Stel nu dat u nog 20 jaar te gaan hebt tot pensioenleeftijd, dan kan deze maatregel u zo maar € 60 netto per maand aan pensioen schelen.

Verdere verlaging per 2015

In het wetsvoorstel is voorgesteld om per 1 januari 2015 de lijfrentepremieaftrek via de jaarruimte nog verder te verlagen. Uitgaande van hetzelfde voorbeeld betekent dit dat u nog maar € 348 per jaar aan fiscaal aftrekbare lijfrentepremie zou mogen opbouwen. Al met al in twee jaar tijd een vermindering van € 1.292! Stel nu dat u nog 20 jaar te gaan hebt tot pensioenleeftijd, dan kost deze verdere versobering u geen € 60 netto per maand aan pensioen, maar € 145. Dit is € 1.734 per jaar. Ter indicatie om deze achteruitgang op te vangen vanuit spaargeld, heeft u circa € 40.000 nodig!

Heeft u een inkomen boven € 100.000?

Het maximale inkomen voor het bepalen van de maximale lijfrenteaftrek wordt verlaagd naar maximaal € 100.000. Stel nu dat uw inkomen momenteel € 120.000 bedraagt. Via uw werkgever bouwt u 2% op over een pensioengevend salaris van maximaal € 75.000. Vergelijk de huidige situatie eens met de nieuwe situatie en schrik niet.

Op basis van de huidige regeling mag u € 7.589 aan fiscaal aftrekbare lijfrentepremie per jaar storten en hiermee een aanvullend pensioeninkomen opbouwen. Vanaf 2014 neemt dit bedrag af met € 1.622 tot € 5.967 per jaar. Vanaf 2015 neemt het bedrag nog verder af tot nog maar € 1.598 per jaar. Stel nu dat u nog 20 jaar te gaan hebt tot pensioenleeftijd, dan kost deze maatregel u € 670 netto per maand.

Wilt u weten welke financiële gevolgen deze maatregel voor uw financiën heeft, en welke acties u kunt nemen? Uw financieel adviseur kan u helpen om waar nodig een bij u passende vorm van vermogensopbouw te selecteren. Neem contact met uw adviseur op voor een persoonlijk financieel advies.

Heeft u vragen? Wij helpen u graag verder!

financieelfitter.nl

financieelfitter.nl

Maak een (bel) afspraak

Stuur ons een e-mail

Telefonisch contact

U kunt ons bereiken op nummer .