‘Hoe hoger uw vermogen, hoe hoger uw heffing’. Dat is de strekking van de nieuwe manier van de Belastingdienst om met vermogensbelasting in box 3 om te gaan. Wij hebben voor u doorgelicht voor wie dit gunstig uitvalt en voor wie niet. En wat u eraan kunt doen als het voor u ongunstig is.
Onze algemene conclusies:
- Spaarders met een gezamenlijk vrij vermogen tot 50.000 euro gaan erop vooruit.
- Mensen met veel spaargeld, die om welke reden dan ook niet willen beleggen, worden in het nieuwe systeem van vermogensbelasting fiscaal gestraft.
- Het break-evenpoint tussen de oude (van voor 1 januari 2017) en de nieuwe heffing ligt bij een gezamenlijk box 3-vermogen van ongeveer 300.000 euro.
Lees verder voor een uitgebreide uitleg, voorbeelden en oplossingen.
Wat valt onder uw box 3 vermogen?
Uw vermogen waarvan het inkomen niet onder box 1 of box 2 wordt belast, valt onder box 3 in het Belastingstelsel. Denk bijvoorbeeld aan spaarrekeningen, beleggingsrekeningen en een tweede huis. Vermogensbelasting betaalt u ook in 2018 over vermogen in box 3.
Het oude forfaitair belasting systeem (en wat is dat)
Hoeveel belasting u over dit vermogen betaalt, werd bepaald aan de hand van de volgende berekening. De Belastingdienst rekende met een fictief percentage van 4% rendement dat u zou kunnen behalen op dit vermogen. Ze gingen er dus vanuit dat uw box 3 vermogen elk jaar met 4% groeide. Over die groei rekenden zij 30% belasting.
Even rekenen: 30% van 4% is gelijk aan 1,2%. Dit was de belastingheffing op uw totale box 3 vermogen. Oftewel: u droeg 1,2% van dit vermogen jaarlijks af aan belasting. Hierop gold wel een vrijstelling van 24.437 euro (2016) per persoon per jaar. Tot aan dat bedrag betaalde u geen belasting. Als u een fiscaal partner had, was dat bedrag verdubbeld (48.874 euro). Alleen uw vermogen boven dat bedrag, werd belast.
Wat klopte er niet aan dit systeem?
Aangezien de vermogensgroei in werkelijkheid al jaren onder de 4% ligt, was er veel weerstand tegen dit systeem. Met andere woorden: het rendement over uw vermogen moest minimaal 1,2% zijn, anders maakt u zelfs verlies. In het Belastingplan 2017 is het daarom gewijzigd.
Het nieuwe forfaitair systeem
Het fictief rendement wordt voortaan gebaseerd op ‘de landelijk gemiddelde verdeling van het box 3-vermogen over spaargeld en beleggingen’.
- Al het spaargeld in Nederland in box 3 wordt opgeteld en het gemiddelde rendement op dat spaargeld over het afgelopen jaar wordt uitgerekend.
- Ook al het beleggingsgeld in Nederland in box 3 wordt opgeteld en het gemiddeld rendement ervan uitgerekend.
- Daarna kijkt de Belasting naar hoe dit box 3 vermogen (gemiddeld) verdeeld is. Bijvoorbeeld heeft men 70% spaargeld en 30% beleggingen, of andersom.
- De Belastingdienst belast uw vermogen voor 30%, maal het forfaitair rendement van die schijf.
Op deze manier rekent de Belastingdienst het forfaitair rendement voortaan elk belastingjaar opnieuw uit. Fiscaal partners hebben ieder 30.000 euro vrijgesteld vermogen. Dat deel wordt niet belast. - Het forfait rendement is voor 2018 iets gedaald. De vermogensbelasting in 2018 is dus minder dan in 2017.
Het nieuwe systeem in simpele termen:
In het Belastingplan 2017 staat in feite: hoe hoger uw vermogen, hoe hoger uw heffing.
Blijft uw vermogen in box 3 onder een bepaald bedrag, dan betaalt u niets. Daarboven betaalt u over 30% van uw vermogen belasting tegen het rentetarief van de onderste schijf. Alles wat daar nog bovenuit komt, wordt zwaarder belast in de tweede schijf of zelfs derde schijf.
De belastingtarieven in 2018:
Schijf | Vermogen box 3 (in Euro’s) | Forfaitaire rendement 2017 | Forfaitaire rendement 2018 | Vermogensbelasting 2018 (30%) |
1 | 30.000 – 100.800 | 2,87% | 2,02% | 0,61% |
2 | 100.800 – 978.000 | 4,60% | 4,33% | 1,30% |
3 | Boven 978.000 | 5,39% | 5,38% | 1,61% |
- Schijf 1: 67% sparen en 33% beleggen
- Schijf 2: 21% sparen en 79% beleggen
- Schijf 3: 0% sparen en 100% beleggen
Fiscaal partnerschap en vermogensbelasting 2018 berekenen
Heeft u een fiscaal partner, dan leest u de tabel alsof u ieder de helft van uw totale vermogen in bezit heeft. Bij een gezamenlijk vermogen van 200.000 euro, heeft u ieder 100.000 euro vermogen. En u heeft ieder recht op 30.000 euro vrijstelling. U blijft dan dus beiden in de eerste belastingschijf met de resterende 70.000 euro per persoon. Elk deel wordt belast onder de eerste schijf van 2,02% forfaitair rendement. Dat maal 2 is het bedrag waarover u belasting betaalt: 2.828 euro. Uw vermogensbelasting wordt daar 30% van, dus 848,40 euro (voor u beiden) in dit voorbeeld. (U komt dus niet tot in de tweede schijf, omdat u ieder de helft ‘bezit’). U mag uw gezamenlijke vermogen verdelen op de manier dat het voor u beiden het voordeligst is.
Wie profiteert hiervan?
Vanaf 2017 is uw belastingtarief in box 3 dus afhankelijk van de hoogte van het vermogen. Mensen met een vermogen tot 100.000 euro gaan er op vooruit. Bij hogere vermogens loopt het fictief rendement op tot wel 5,38% (2018) – aanzienlijk meer dan de 4% van vóór 1 januari 2017.
Spaarders met een gezamenlijk vrij vermogen tot 100.000 euro gaan er op vooruit.
Stel, een echtpaar heeft samen 100.000 euro aan vermogen, in de oude situatie betaalden zij dan 613 euro aan box 3-heffing, in de nieuwe situatie wordt dit 242,40 euro.
Mensen met veel spaargeld die om welke reden dan ook niet willen beleggen, worden in het nieuwe systeem van vermogensbelasting fiscaal gestraft.
Denk daarbij aan gepensioneerden die voor hun oude dag een aardig vermogen hebben opgebouwd, maar die geen beleggingsrisico’s willen lopen. Voor hen wordt het ‘gat’ tussen fictief en behaald rendement alleen maar groter. Stel, een echtpaar heeft 2 miljoen euro aan vermogen, in de oude situatie werden zij dan aangeslagen voor 23.413 euro aan box 3-heffing (€ 2 miljoen minus vrijstelling € 48.874, x 1,2%). Dit geeft een belastingdruk van 1,17%. In de nieuwe situatie loopt dit op naar 25.680 euro, ofwel 1,28% procent belastingdruk (=belasting/vermogen).
De laatste vermogensbelasting 2018 berekening in een overzicht. U verdeelt het vermogen 50/50 over u beiden. In dit overzicht is de berekening gemaakt voor één persoon en een vrijstelling van € 30.000.
Schijven box 3 | Totaal bedrag | Fictief rendement | Belasting 30% | Vermogensbelasting |
1 | € 70.000 | 2,02% | 0,60% | € 420 |
2 | € 900.000 | 4,33% | 1,30% | € 11.700 |
3 | – | |||
Totaal | € 977.000 | € 12.120 |
Voor u beiden betaalt u € 24.240 (2 X € 12.120).
Het break-evenpoint tussen de oude (voor 1 januari 2016) en de nieuwe heffing ligt bij een gezamenlijk box 3-vermogen van ongeveer 300.000 euro.
Valt uw vermogen boven dat bedrag, dan zal u meer gaan betalen. Valt uw vermogen onder de 300.000 euro, dan gaat u er fiscaal op vooruit. Als u er in de buurt zit, zult u weinig verschil merken.
Vermogensbelasting ontwijken?
Mogelijk vindt u het niet wenselijk om een zeker beleggingsrisico te lopen in ruil voor een onzeker rendement. Daarom wordt door adviseurs gezocht naar fiscale oplossingen voor dit probleem.
U kunt vermogensbelasting ontwijken door vermogen te investeren in uw eigen huis óf (een deel van) de hypotheek af te lossen. Daarnaast kunt u er voor kiezen uw vermogen in een lijfrenteproduct te storten. Dit bedrag is echter wel gemaximeerd.
Meer weten? Neem dan contact met ons op.